Suggesties voor 'water' als deelthema tijdens een Romereis

Vooraf

Water was een zeer belangrijk element in de antieke samenleving en was gekoppeld aan vele deelaspecten van het Romeinse leven. Water heeft raakvlakken met bouwkunde, geografie, mijnbouw, geologie, architectuur, landbouw enz. en is onlosmakelijk verbonden met de Romeinse geschiedenis. Het thema 'Water' kan dus heel goed dienen als integrerend onderdeel van een Romereis, hetzij in groepsverband hetzij als toerist(e) en biedt vele aanknopingspunten voor een goed gesprek over de antieke cultuur.
Overweeg een dag (extra) uit te trekken voor dit onderwerp. Hieronder een zevental wegwijzers.

Aanvullingen en verbeteringen graag naar Wilke D. Schram

HOME Details over de 11 aquaducten van Rome More literature on more aqueducts Last modified: January, 2010


Arcade net buiten Rome

Inhoudsopgave

Geschiedenis en achtergronden van het water

Water is een grondstof voor het leven. Het is nodig als drinkwater, om te koken, te wassen en schoon te houden, voor de plantengroei en voor de sier, het wordt (en werd) gebruikt als krachtbron en speelt een belangrijke rol in de mijnbouw en andere takken van industrie.
Historie
In aloude tijden werd aanvankelijk alleen rivier- en bron water gebruikt. In droge gebieden werd schaars regenwater opgevangen en opgeslagen in ondergrondse reservoir. Waar waterhoudende lagen in de grond aanwezig waren, werd water uit putten betrokken. In Rome was dat niet veel anders; de 'eeuwige' stad was in de vroege oudheid zelfs bekend vanwege zijn vele putten en bronnen.
Door toename van de bevolking en watervervuiling ontstond behoefte aan meer en schoon drinkwater dat dus van verder weg moest komen: men ging water over grotere afstanden transporteren door middel van aquaducten. De Perzen bouwden al qanats, systemen van ondergrondse kanalen waarmee waterhoudende grondlagen werden afgetapt ten behoeve van irrigatie en drinkwater. Rond 500 vChr werd Eupalinos van Megara naar het eiland Samos geroepen om een 1 km. lange tunnel te laten graven voor een waterleiding. De Grieken kenden al (ondergrondse) aquaducten veelal op basis van pijpen.
Rome
Rome bouwde rond 312 v Chr. zijn eerste, 17 km lange aquaduct, de Aqua Appia (onder leiding van de zelfde Appius Claudius Caecus als van de Via Appia). In de eeuwen daarna werden er nog 10 bijgebouwd waarvan de laatste rond 226 nChr. In andere delen van het Romeinse rijk zijn ook vele aquaducten gebouwd - de schattingen lopen uiteen van 600 tot 1500.
Eupalinostunnel op Samos (Gr)
De eerste aquaducten waren geheel ondergronds, wat nuttig was in roerige tijden. De later aangelegde aquaducten werden hoger gelegd om zo ook de hogere delen van Rome te kunnen bedienen. Soms waren daarvoor bovengrondse kanalen nodig inclusief de imposante arcaden en bruggen. Het ging hier steeds om watertransport op basis van zwaartekracht. Hier en daar werden wel zgn. sifons gebouwd waarbij water onder druk in pijpen door brede valleien werd gevoerd.
De latere aquaducten van Rome hadden soms specifieke taken bijvoorbeeld ter compensatie van het enorme waterverbruik van nieuwe badgebouwen of watertoevoer voor naumachia. De bouw van nieuwe aquaducten in de eerste eeuw nChr. Had meer te maken met de komst van grootschalige badcomplexen dan met de bevolkingstoename in Rome.
Waterdistributie
Distributie van het aangevoerde water gebeurde via waterverdeelstations, de zgn. castella divisoria. Vergelijk Pompeii met het verdeelstation net buiten de Versuviuspoort en de tweede orde verdeling via de bekende watertorens en de straatfonteinen.
De belangrijkste gebruikers op een rijtje: het volk via publieke straatfonteinen, de eerder genoemde badgebouwen, privé-huizen en openbare voorzieningen incl. keizerpaleizen; en buiten de stad: wateraanvoer voor irrigatie

Aanknopingspunten

- de Porta Maggiore
Wat is er te zien: stadsmuur met dubbele poort uit de vroege keizertijd, met inscripties, de Aqua Claudia en de Anio Novus.
Hoe er te komen: lopend vanaf Stazione Termini
Porta Maggiore met inscripties
Toelichting: veel aquaducten van Rome kwamen via de Porta Maggiore (eertijds de Porta Praenestina) de stad binnen. Nu zijn nog zichtbaar de Aqua Anio Novus bovenop de Aqua Claudia die boven de travertijnen poorten het plein oversteken. Tevens te zien aan stadszijde (rechts) een zijtak van de Aqua Claudia: de Arcus Neroniani.
Net buiten de stad is de onderbouw van de Aqua Marcia, Aqua Tepula en de Aqua Julia geheel verdwenen. Aan stadszijde is een kort stuk te zien, schuin boven de tramdoorgang. Deze drie kanalen worden voortgezet aan de binnenzijde van de later aangelegde Aureliaanse stadsmuur (161 - 180 nChr.). Onder de grond (let op het verhoogde grondniveau) zijn delen terug gevonden van de Aqua Appia en de Aqua Anio Vetus. Interessant zijn de drie inscripties aan de buitenzijde boven de poorten.
De Porta Maggiore was aanvankelijk een versierde doorgang onder de aquaducten door, is door Aurelianus opgenomen in zijn ommuringsplan van de stad.
Net buiten de poorten staat het grafmonument van bakker M. Vergilius Eurysaces.
Te bespreken onderwerpen: bouwkunst, imponeergedrag, inscripties, graven buiten de stadspoort

- Mogelijk vervolgroutes


- Porta Tiburtina
Porta Tiburtina (tek. J.B. Piranesi)
Wat is er te zien: een dubbele poort in de Aureliaanse muur, drager van de aquaducten Aquae Marcia, Tepula en Julia, met inscripties
Hoe er te komen: ligt aan gene zijde van Stazione Termini - vanuit het station rechtsom, volg de Via Marsala tot deze de Via Tiburtina kruist, nabij de Piazza Lorenzo
Toelichting: De Porta Tiburtina, ook wel aangeduid als de Porta San Lorenzo - is van oorsprong een boog van door Augustus gebouwde aquaducten, bedoeld om de Aquae Marcia, Tepula en Julia over de Via Tiburtina te leiden. Ze is gerestaureerd door Vespasianus en Septimius Severus en door Aurelianus opgenomen in zijn ommuringsplan van de stad. Honorius zette er een tweede poort voor. Voorzien van interessante inscripties (CIL 6.1244 = ILS 98).
Te bespreken onderwerpen: relatie aquaducten en stadsmuur, noodzaak van restauraties, overzicht van inscripties CIL, tekeningen en betekenis van Jean Baptiste Piranesi


- Roma Vecchia
Aquae Claudia en Anio Novus
Wat is er te zien: aquaducten, deels op muren (de Acqua Felice - met afgerond dak - die over de Aquae Marcia, Tepula en Julia is gebouwd) en deels op een imposant 1350m lange arcade van de Aqua Anio Novus bovenop de Aqua Claudia. Voorts de resten van een Romeinse villa (Villa Vignacce; veel verderop ook Sette Bassi) en van een omvangrijk waterbassin op een onderbouw.
Hoe er te komen: met bus of auto naar de Via Lemonia. Of met metrolijn A halte Lucio Sestio plus 10 minuten lopen langs de Via Lucio Sestio (Z/W-richting).
Toelichting: de aquaducten uit de Anio (nu: Aniene) vallei moesten net voor Rome door een omvangrijk stuk laagland waarvoor muren en arcades werden gebouwd. De latere aquaducten kwamen sowieso op een hoger niveau de stad binnen om ook hoger gelegen wijken te kunnen bedienen.
Te bespreken onderwerpen: bouwkunst en architectuur, aquaductwater ook voor irrigatie en villa's.


- Fonteinen
Wat is er te zien: klassieke en moderne fonteinen van klein tot groot
Hoe er te komen: op allerlei plaatsen in Rome staan werkende fonteinen. Met de sloop van de Meta Sudans is een van de laatste fonteinen uit de klassieke Oudheid uit Rome verdwenen.

De Trevifontein
Voorbeelden: Te bespreken onderwerpen: water voor het volk (naast brood en spelen), voor de badgebouwen, personen met een privé-aansluiting en de openbare voorzieningen, rol van Agrippa, Curator aquarum, Frontinus


- Badgebouwen
Thermen van Diocletianus
Wat is er te zien: de resten van grote (en kleine) badgebouwen uit de Romeinse tijd
Hoe er te komen: de Thermen van Diocletianus, de huidige chiesa S. Maria degli Angeli, ligt op loopafstand van Stazione Termini. De thermen van Caracalla liggen verder weg, ten ZO van het Circus Maximus aan de Viale delle Terme di Caracalla
Toelichting: een deel van het hoofdgebouw van de thermen van Diocletianus is bewaard gebleven als kerk en geeft een goed idee van de grootte van dit soort badgebouwen.
Vanuit hydrologisch standpunt is juist de achterzijde van de enorme thermen van Caracalla - gelegen aan de Viale Guido Baccelli - interessant: aan de ene zijde van de weg zijn de resten te vinden van de enorme waterreservoirs van het badgebouw, aan de andere zijde een deel van de wateraanvoer via de Aqua Antoniniana, een aftakking van de Aqua Marcia.
Te bespreken onderwerpen: opbouw van thermen, rol van de thermen in het dagelijks leven van de meer welvarende Romeinen, gebruik van reservoirs om waterverbruik dat voornamelijk overdag plaatsvond te koppelen aan de constante aanvoer van water.


- Cloacae
Cloaca Maxima bij de Tiber
Wat is er te zien: toegang en uitgang van de Cloaca Maxima
Hoe er te komen: de toegang is o.a. aangegeven net voor de Basilica Julia (Via Tuscus) op het Forum. De uitgang ligt aan de Tiber zuidelijk van de huidige Ponte Palatino.
Toelichting: Cloaca Maxima, afvoer voor moeras tussen de zeven heuvelen andere cloaca's, zie tekening. Later een open daarna gesloten riool.
Te bespreken onderwerpen: drooglegging van het moeras tussen de zeven heuvelen, (geen) aandacht voor de hygiëne, continuïteit van bewoning, techniek van de Etrusken op basis van cuniculi, leerschool voor de bouw van ondergrondse aquaducten.


Wilke Schram